Deadline
16 november 2023
Budget
6.500.000
Code
LIFE-2023-CET-DHC
16 november 2023
6.500.000
LIFE-2023-CET-DHC
Om koolstofneutraliteit dichterbij te brengen en de EU geleidelijk minder afhankelijk te maken van de invoer van fossiele brandstoffen, moet het verbruik van fossiele brandstoffen voor verwarmingsdoeleinden dringend worden teruggedrongen. In die context kunnen moderne en efficiënte stadsverwarmingssystemen de lokale vraag koppelen aan hernieuwbare energiebronnen en energiebronnen uit afval met een lage temperatuur, en aan het elektriciteits- en gasnet in ruimere zin, en zo bijdragen aan de optimalisering van vraag en aanbod op alle energiedragers.
Het REPowerEU-plan en de voorstellen voor een herziening van de richtlijn energie-efficiëntie (EED) en de richtlijn hernieuwbare energie (RED) bevatten ambitieuze maatregelen, onder meer om het gebruik van hernieuwbare energie en afvalwarmte in stadsverwarmingssystemen te vergroten.
De optie om systemen voor stadsverwarming en -koeling verder te ontwikkelen, moet worden geïntegreerd in de energieplanning en het in kaart brengen van de warmtebehoefte door overheidsinstanties, waarbij een wijkaanpak wordt gehanteerd bij het aanpakken van de beleidsprioriteit van het inzetten van hernieuwbare en efficiënte verwarming en koeling, inclusief bijvoorbeeld het aanleggen of moderniseren van stadsverwarmingssystemen bij het plannen van renovatieprogramma’s. Er zijn al richtsnoeren en technische adviesdiensten ontwikkeld en getest op nationaal en lokaal niveau.
Er zijn al richtsnoeren, aanbevelingen en technische adviesdiensten ontwikkeld en getest op nationaal en lokaal niveau. Desondanks is een groot deel van de bestaande systemen voor stadsverwarming en -koeling nog steeds te afhankelijk van fossiele brandstoffen. Bovendien wordt de omschakeling naar hernieuwbare energie en afvalwarmte met een lage temperatuur en de ontwikkeling van nieuwe systemen in opkomende markten onder andere belemmerd door beperkte menselijke, technische en financiële capaciteiten. Technische ondersteuning en een ondersteunend kader zijn daarom nodig om de voorbereiding van moderniserings- en ontwikkelingsprojecten te ondersteunen.
Van de voorstellen wordt verwacht dat ze gericht zijn op één van de twee onderstaande gebieden. Het toepassingsgebied moet in de inleiding van het voorstel worden gespecificeerd.
Scope A: Technical support for the development of investment plans for the modernisation, fuel switch and system integration of existing district heating systems
Scope B: Skills development of professionals, operators and public authorities
Indien relevant moeten aanvragers ernaar streven werkgevers, vakbonden en aanbieders van opleidingen samen te brengen.
Voor overheden kunnen de activiteiten ook gericht zijn op het ondersteunen van de ontwikkeling of versterking van een stimulerend regelgevend klimaat.
Voorstellen moeten worden ingediend door ten minste 3 aanvragers (begunstigden; geen gelieerde entiteiten) uit 3 verschillende in aanmerking komende landen.
LIFE is het financiële instrument van de EU ter ondersteuning van milieu natuurbehoud en klimaatprojecten in de hele EU. De specifieke doelstellingen van het programma zijn in de eerste plaats hulp bij de overgang naar een economie die duurzaam, circulair en energie-efficiënt is, gebaseerd is op hernieuwbare energiebronnen en bestand is tegen klimaatverandering. Ten tweede het milieu beschermen, verbeteren en vernieuwen. Ten slotte wil het LIFE-programma het netwerk van Natura 2000-gebieden beheren om het verlies aan biodiversiteit een halt toe te roepen en om te buigen en de achteruitgang van het milieu te voorkomen. Uitvoerende organisatie is The European Climate, Environment and Infrastructure Executive Agency (CINEA).
Het nieuwe LIFE instrument bestaat uit vier sub programma’s :
1. Natuur en biodiversiteit
Natuur en biodiversiteit (subprogramma milieu) financiert beste praktijk-, pilot- en demonstratieprojecten die bijdragen aan de implementatie van de richtlijnen vogel- en habitatrichtlijnen en de biodiversiteitsstrategie 2030 en voor de ontwikkeling, uitvoering en het beheer van het Natura 2000-netwerk.
2. Circulaire economie
Het doel van dit subprogramma is om de overgang te vergemakkelijken naar een economie die duurzaam, circulair, vrij van gifstoffen, energie-efficiënt en bestand tegen klimaatverandering is. Het gaat hierbij om projecten op het gebied van milieu en circulaire economie, zoals recycling en hergebruik van hulpbronnen uit afval, water, lucht, bodem en chemicaliën. De belangrijkste focus van dit subprogramma ligt op het verstrekken van subsidies voor standaardacties (Standard Action Projects, SAP).
3. Klimaatmitigatie en -adaptatie
Klimaatmitigatie verwijst naar inspanningen om klimaatverandering tegen te gaan, terwijl klimaatadaptatie inhoudt dat je je aanpast aan het veranderende klimaat, zoals je voorbereiden op overstromingen of droogte. Dit omvat het verminderen van CO2-uitstoot, het bevorderen van duurzame klimaatverandering en het vergroten van het bewustzijn over het tegengaan van klimaatverandering.
4. Clean energy transition
Dit laatste subprogramma is gericht op de overgang naar een energie-efficiënte, op hernieuwbare energie gebaseerde, klimaatneutrale en -veerkrachtige economie te vergemakkelijken door coördinatie- en ondersteuningsacties in heel Europa te financieren. Deze acties, met een hoge toegevoegde waarde voor de EU, zijn erop gericht de marktbelemmeringen die de sociaaleconomische overgang naar duurzame energie belemmeren, te doorbreken, waarbij doorgaans meerdere kleine en middelgrote belanghebbenden, waaronder lokale en regionale overheden en organisaties zonder winstoogmerk, worden betrokken en waarbij de consument wordt betrokken.
Standard Action Projects (SAP) max. 60% met uitzondering van:
67% voor projecten gericht op zowel prioritaire als niet-prioritaire habitats en/of soorten(Nature & Biodiversity).
75% voor projecten die uitsluitend gericht zijn op prioritaire habitats en/of soorten (Nature & Biodiversity).
Strategic Nature Projects (SNAP) max. 60%
Uitvoering van samenhangende actieprogramma’s in de lidstaten met het oog op de integratie van deze doelstellingen en prioriteiten in andere beleids- en financieringsinstrumenten, onder meer door gecoördineerde uitvoering van de prioritaire actiekaders.
Strategic Integrated Projects (SIP) max. 60%
Uitvoering, op regionale, multiregionale, nationale of transnationale schaal, van milieu- of klimaatstrategieën of actieplannen van de autoriteiten van de lidstaten en vereist door specifieke milieu-, of klimaat- of relevante energiewetgeving of -beleid van de Unie, waarbij ervoor wordt gezorgd de belanghebbenden erbij te betrekken en de coördinatie met en mobilisering van ten minste één andere EU, nationale of particuliere financieringsbron.
Technical Assistance Projects (TA)
Voor TA-projecten voor de voorbereiding van SNAP’s en SIP’s (TA-PP) en voor de herhaling en opschaling van resultaten en (TA-R) max. 60%
Een uitzondering wordt gemaakt voor de projecten voor capaciteitsopbouw (TA-CAP) ter verbetering van de daadwerkelijke deelneming aan het LIFE-programma van max. 95%.
Other Action Grants (OAG) max. 95%
Behalve voor de kleine subsidies voor biodiversiteit in de OR’s en de OCT’s die de voortzetting vormen van het BEST-programma, met max. 100%.
Operating Grants (OG) max. 70%
LIFE creëert naast de traditionele projecten twee financiële instrumenten. Deze worden beheerd door de Europese Investeringsbank EIB:
Om van deze specifieke instrumenten gebruik te maken, dient men zich rechtstreeks te wenden tot de EIB: PF4EE_Instrument@eib.org of NCF_Instrument@eib.org.
Ondernemers, kennisinstellingen, burgers en overheid samenbrengen, voor heel EU
Alleen Europese partners nodig bij het subprogramma Transitie naar schone energie (3 partners uit 3 lidstaten).
Budget 2021-2027: 5,4 miljard euro.
60% van het budget is voorzien voor biodiversiteit.
Via de EU-portal Funding and Tenders opportunities.
LIFE is in direct beheer. Dit betekent dat de implementatie van de financiering – van het opstellen van calls tot evaluatie en financiële afwikkeling – rechtstreeks door de Europese Commissie of door een Europees uitvoerend agentschap wordt gedaan.