Een grote Friese delegatie bracht op 8 en 9 oktober jl. een werkbezoek aan Brussel. Ongeveer 150 personen sterk – bestuurders en medewerkers van de provincie, gemeenten, het Wetterskip en de kennisinstellingen RUG Campus Fryslan, NHL Stenden en Firda – namen deel aan het programma dat door het Europapact Fryslân (EPF) en de Vereniging Friese Gemeenten (VFG) was georganiseerd.
Het bezoek maakte onderdeel uit van de Europese Week van Regio’s en Steden in Brussel, de jaarlijkse hoogmis voor regio’s en gemeenten om in gesprek te gaan met de Europese instellingen. Veel Europees beleid en wetgeving raken het dagelijkse beleid van regio’s en gemeenten. Bovendien stelt de EU-subsidies beschikbaar om de beleidsdoelstellingen te realiseren. Het is daarom van belang dat de EU-instellingen weten wat in de regio’s speelt en hoe daar met beleid en subsidies op in te spelen.
Na een aftrap tijdens de lunch op 8 oktober door gedeputeerde Friso Douwstra en Rob van Eijkeren, hoofd van de EU-vertegenwoordiging van de Nederlandse provincies in Brussel, volgde het VFG-onderdeel van het werkbezoek. Met Daniel Mes van het Kabinet van de Nederlandse eurocommissaris Wopke Hoekstra en Twan van Erp van het EU-programma Clean Planet werd gesproken over het Europese klimaatbeleid.
Aansluitend ging de delegatie in gesprek met Lotte Lankveld van de Europese Commissie over de Lelylijn. Deze nieuwe spoorlijn moet Noord-Nederland beter verbinden met het Westen van het land, maar maakt onderdeel uit van de lijn Amsterdam-Kopenhagen, onderdeel van het Trans-Europese Vervoersnetwerk (TEN-T), een stelstel van alle belangrijke transportverbindingen in de EU. Doordat de Lelylijn onderdeel is van het TEN-T moet de spoorlijn uiterlijk in 2050 zijn aangelegd. Daarvoor is Europees geld beschikbaar, maar hoeveel is afhankelijk van de onderhandelingen tussen de lidstaten over het EU-budget voor de periode 2028-2034.
Tijdens het avondeten gaf oud-NOS-correspondent Bert van Slooten zijn visie op de actuele ontwikkelingen in Brussel. Hij stelde enkele kritische vragen bij de ambities van de huidige Nederlandse regering in Europa.
Op dag 2 (9 oktober) werd het werkbezoek voortgezet met een gesprek met Kerstin Jorna, directeur-generaal Interne Markt, en daarmee de hoogste ambtenaar voor (circulaire) economie. Op de vraag van gedeputeerde Douwstra over de gebrekkige financiering voor het opschalen van innovaties in de circulariteit, gaf zij aan dit probleem te erkennen. Een deel van het probleem kan opgelost worden via leningen via bijv. InvestEU, of Invest-NL. Het bevorderen van de circulaire economie kan ook via aanbesteden. Maar Kerstin Jorna verklaarde dat de huidige regels te complex zijn en dat daardoor decentrale overheden niet makkelijk circulaire producten kunnen inkopen. Gedeputeerde Douwstra overhandigde namens Fryslân een aantal boodschappen op het gebied van de circulaire economie en nodigde Kerstin Jorna uit voor de Circulaire Top die in 2025 in Fryslân plaatsvindt.
De ochtend werd voortgezet met parallelle sessies waarin de toekomst van het Europese regionale beleid ná 2027, de impact van de Europese Pijler van sociale rechten op gemeentelijk beleid en het huidige en toekomstige Europese landbouwbeleid aan de orde kwamen. Ook vond een sessie plaats waarin drie Europese netwerken zich presenteerden. Netwerken op de thema’s bodem (ELSA), fietstoerisme (ECF) en milieu (ICLEI), waarvan Friese organisaties lid kunnen worden en met Europese partners kennis en ervaringen kunnen uitwisselen. Het werkbezoek werd afgesloten met een presentatie door adviesbureau ERAC over de Europese subsidies die nog tot eind 2027, het laatste jaar van de huidige EU-begroting beschikbaar zijn.
Er vonden geen gesprekken plaats met leden van het Europees Parlement (EP). Voor het eerst in het bestaan van de Europese Week vergaderde het EP in Straatsburg. Voor de Europese Week in 2025 zijn data gekozen (13 t/m 16 oktober) waarop de EP-leden wel in Brussel aanwezig zijn.