Nieuws

14 maart 2024

Interview met Jan van der West, NHL Stenden: “Waag die gok. Ga voor een Europees project!”

header afbeelding

Jan van der West werkt als subsidieadviseur voor NHL Stenden. Jan is geboren Fries, maar woont al enige tijd in Almelo. Hierdoor heeft hij een open blik op wat er in Fryslân gebeurt op het gebied van Europa, in het bijzonder Europese subsidies. Jan is vanaf het begin van het Europapact Fryslân (EPF) betrokken bij het initiatief, dat destijds begon als de Friese Projectenmachine. Tijd voor een gesprek over het EPF met Jan.

Je bent namens de hogeschool vanaf het begin bij het EPF betrokken geweest. Wat zijn jouw observaties tot nu toe?

Jan van der West: “Vanuit de hogeschool kijk ik vooral naar mijn collega’s. Ga eens over de grens kijken. Zoek een partner over de grens. Het EPF biedt hiervoor een dubbele ‘poot’: de Europe Ready sessies waarin zij getraind worden in het opzetten van projecten en de vouchers voor de projecten. Overigens hebben wij als hogeschool nog niet veel gebruikt gemaakt van de vouchers, omdat wij tot nu toe vooral als projectpartner benaderd worden. Op dit punt moet het EPF nog gaan lopen voor de hogeschool.”

Is de wijziging van de subsidieregeling voor de vouchers, die binnenkort wordt doorgevoerd, hierbij behulpzaam? Tot nu toe konden met de vouchers alleen externe adviseurs worden ingehuurd, na de wijziging kunnen ook interne projectleiders met vouchers betaald worden.

JvdW: “Het is goed dat er onder de loep is genomen wat wel en niet werkt met de vouchers. Ik kan niet meteen inschatten of NHL Stenden hierdoor meer vouchers gaat aanvragen, maar ik heb goede hoop. Er was wat onduidelijkheid over staatssteun, maar dat is inmiddels opgelost. We komen nu op het moment dat mijn collega’s hun ideeën kunnen omzetten in concrete projecten met steun van het EPF.

Een ander voordeel van het EPF is dat er een netwerk ontstaat rond Europese projecten. De contacten waren eerst ad-hoc. Partijen kunnen elkaar door het EPF beter vinden en bestaande lijntjes worden korter. Hopelijk krijgen de gemeenten een grotere rol binnen dit netwerk. Ik zie veel calls voorbij komen, die ik graag met partners in de regio deel.”

Zie je hierbij een rol voor de kennisinstellingen om een verbindende rol te spelen in de regio?

JvdW: “Het gaat om de poppetjes. Dat je elkaar kent en snel kunt schakelen. Het maakt niet veel uit voor wie je werkt. De hogeschool is bij veel thema’s betrokken, waardoor we veel zien en horen.”

Er is wel eens discussie over de inzet van het Europapact: puur op Fryslân, of breder in Noord-Nederlands verband. Hoe zie jij dit?

JvdW: “Hier is bij het begin van het EPF al over gesproken. Veel thema’s zijn niet exclusief Fries, maar breder. Logisch dat je bepaalde thema’s op het niveau van Noord-Nederland oppakt. Of je de infrastructuur hiervoor op de schaal van Fryslân of Noord-Nederland inricht is een andere vraag. Er is natuurlijk het samenwerkingsverband Noord-Nederland (SNN), maar je ziet dat ook andere provincies hun eigen plan voor Europa hebben. Zo heeft de provincie Overijssel een eigen Europa-leergang.

Het mooie aan het EPF is dat partijen één-op-één worden begeleid. Dat er iemand van het EPF-team je ‘vasthoudt’ en helpt om zaken scherp te krijgen op weg naar een Europees project.”

Wat zijn jouw verwachtingen voor de toekomst wat betreft het EPF?

JvdW: “Ik ben benieuwd naar de uitkomsten van de evaluatie. Hieruit moet blijken welke rol wij als hogeschool willen blijven spelen binnen het EPF. Echter, er zal altijd behoefte blijven bestaan aan informatie en training over Europese projecten.

Bij de hogeschool was eerst een focus op buiten Europa, maar ik zie nu dat bij collega’s en studenten Europa meer interessant wordt. We zitten met ons onderwijs nu eenmaal vast in het Europese systeem. En ik denk dat voor het bedrijfsleven de relatie met Europa, in het bijzonder Duitsland en België, ook interessanter is.”

Is er nog iets dat je aan de lezers wilt meegeven?

JvdW: “In Oost-Nederland, waar ik woon, zegt men “Vaak be j’te bange”. Mensen zijn afwachtend. Mijn advies is: waag die gok, ga er gewoon voor. En laat je daarbij ook helpen. Met kennis van de één, de ervaring van een ander en de inzet van een voucher kunnen we een vangnet maken voor deelname aan Europese projecten.

Dat geldt ook voor Friese bedrijven. Er bestaan veel horrorverhalen over Europese projecten, in het bijzonder hun administratie, maar er lopen 100 controllers in de provincie rond met verstand van de Europese financiële administratie. Er is voldoende kennis en kunde in de provincie beschikbaar om elkaar te helpen. Dus doe mee en waag die sprong!”